Stuart Little
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:06:11
We zijn er, Stuart. We zijn thuis.
:06:14
Elke Little kan dit huis vinden.
:06:16
Ook als ze voor het eerst komen.
:06:19
Dat komt door iets van binnen.
:06:30
Iets van binnen.
:06:33
Zal ik je rondleiden?
:06:35
Ik heb geen geld.
:06:37
Dit zijn oom Crenshaw,
neef Edgar, opa Spencer...

:06:42
...tante Beatrice...
:06:44
...en dat is je broer George.
:06:47
Hij is nu al blij om me te zien.
:06:51
Nu hebben we iedereen gehad.
Behalve...

:06:56
Snowbell. Laat hem los.
:06:58
Spuug Stuart uit. Onmiddellijk.
:07:04
Gaat het, Stuart?
:07:05
Wacht even.
:07:09
-Het gaat al.
-Je mag Stuart geen pijn doen.

:07:12
Anders vlieg je eruit, Mr Snow.
:07:15
Stuart is nu familie.
Die eet je niet.

:07:18
Mama, papa, ik ben thuis.
:07:22
Is m'n broertje er?
:07:23
-Jazeker.
-Waar dan?

:07:26
Hier. Stuart, dit is George.
:07:29
George, dit is Stuart,
je nieuwe broer.

:07:33
Dat meen je niet.
:07:36
Echt, George. Dit is je nieuwe broer.
:07:41
Je lijkt wel een muis.
:07:44
Ik ben ook eigenlijk een muis.
:07:47
Aha.
:07:49
Ik moet gaan.

vorige.
volgende.