:30:01
Je bent helemaal niet klein.
:30:04
Vind ik.
:30:06
Stuart, je kent die races niet.
:30:08
Er zijn wel honderden mensen.
De hele school.
:30:12
Ik bedoel...
:30:14
...stel dat je verliest?
:30:17
Dan ben je wel ergens geweest.
:30:21
Kom op, George.
Wat dacht je ervan?
:30:26
Laten we beginnen.
:30:28
Weet je...
:30:30
...ik wil eigenlijk geen broer.
:30:35
En een vriend dan?
:30:37
Die kan ik altijd wel gebruiken.
:30:42
-George?
-Ja, papa?
:30:44
-Heb je Stuart gezien?
-Die is bij mij.
:30:47
Wat doe je met hem?
:30:51
We maken de Wasp af.
:30:54
Wat geweldig, jongen.
:30:58
Wat goed.
:30:59
Zo kan je niet varen, hè George?
:31:02
-Wanneer is het?
-Overmorgen.
:31:05
-Wat?
-Dat redden we wel.
:31:07
-Laten we met z'n allen gaan.
-Wat een goed idee.
:31:11
Met z'n allen. Het hele gezin.
:31:15
Het hele gezin.
:31:20
Echt, Snowy,
die vent knapt al je zaakjes op.
:31:23
Maar die zwerfkatten zijn vals
en aan het kattekruid.
:31:28
Doe niet zo angstig.
Wil je van die muis af?
:31:31
-Nou en of.
-Goed dan.
:31:34
Smokey.
:31:35
-Smokey, ik ben het, Monty.
-Wat?
:31:39
Snowbell wil je iets vragen.
:31:42
Snowbell? Wat een stoere naam.
:31:46
Ziet u, er is thuis
een muis die ik niet kan eten.
:31:49
Zwakke maag?
:31:51
Nee. Ik kan hem niet eten
omdat hij een gezinslid is.
:31:56
Een muis met een huiskat?
:31:58
Grappig, hè?