Stuart Little
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:13:02
-Dat moet je leren eten.
-Leren eten? Wat een geweldig joch.

:13:07
Je slaapkamer, Stuart.
:13:09
Hopelijk bevalt hij.
:13:13
Slaap lekker.
Pas op voor de beestjes in je bed.

:13:20
Dat meen ik.
Er zitten beestjes in je bed.

:14:11
Wat aardig dat u even langskomt.
:14:14
Ik moet jullie iets vertellen.
:14:18
Maar eerst wil ik weten hoe het gaat.
:14:21
Het is erg zwaar.
:14:23
-Zwaar?
-Erg zwaar.

:14:26
Erg zwaar?
:14:27
-Erger.
-Nog erger dan erg zwaar?

:14:31
-Het is bijna...
-Ondraaglijk.

:14:34
Dat woord zocht ik.
:14:36
Dan is dit niet het goeie moment.
:14:39
Ik heb namelijk nieuws voor u.
:14:42
Wat dan?
:14:45
-Ze hebben een ongeluk gehad.
-Wie?

:14:47
De ouders van Stuart.
:14:49
Mijn hemel. Gaat het goed met ze?
:14:52
Nee. Ze zijn overleden.
:14:57
-Wat is er gebeurd?
-Nou...

:14:59
...ze waren inkopen aan het doen.

vorige.
volgende.