Stuart Little
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:30:00
Dag, jongen.
:30:03
Wat vreselijk voor je.
:30:09
-Ik ben bijna klaar.
-Het is laat. We gaan naar huis.

:30:13
-Ik heb alle bomen gehad.
-Goed zo.

:30:16
-Het was een goed idee, hè?
-Nou en of.

:30:20
Het is een hele goeie foto.
:30:22
Je kunt geen slechte foto
van Stuart maken.

:30:26
Nu moeten we...
:30:27
...gewoon wachten tot iemand belt
die weet waar Stuart is.

:30:32
Precies.
:31:26
Als we hem niet vinden,
breekt z'n hart.

:31:33
Hé, Snow. Stuart is in het park.
Ik moest je halen.

:31:37
Monty, ik ga er niet meer uit.
Het is al laat.

:31:41
Stuart is weg.
Laat hem toch barsten.

:31:44
Ja hoor.
:31:46
Eerst laten we z'n armen barsten,
en dan z'n pootjes.

:31:50
We gaan hem zoeken. Snel.
:31:53
Waarom snel? Is het hoogseizoen?
:31:57
Schiet op. We zijn vlakbij.
Ik ruik hem al.


vorige.
volgende.