:38:00
-...op je...
-Wat doe je?
:38:02
-Wacht. Ik wil iets vragen.
-...pootjes.
:38:11
Koud. Het water is koud.
:38:12
Ik kan niet zwemmen.
:38:14
-Peddel dan.
-Ben je gek.
:38:17
M'n vacht zat net zo mooi.
:38:20
Nu moet ik mezelf
dagenlang aflikken.
:38:25
Hoe kon hij dit doen?
We hebben zo'n hechte band.
:38:30
Ik hou van die jongen.
:38:33
Hé, jongens. Wacht op mij.
:38:37
Pak de ananas maar, Stuart.
Het feest is voorbij.
:38:40
Dank je. Je was fantastisch.
:38:43
Het was vast een mooie voorstelling.
:38:47
Die katten vinden zich heel wat.
:38:51
Ik heb ze een lesje geleerd.
:38:53
Niet slecht voor een huiskat.
:38:55
Een dode huiskat.
:39:03
Het is voorbij, Tinkerbell.
:39:09
Hij heet Snowbell.
:39:23
Wat is dit water koud.
Dit is niet te geloven.
:39:28
Ik ben verslagen door een muis
en z'n kat. Wat vreselijk.
:39:33
Lief hondje.
:39:36
Leve de Littles.
:39:39
Leve de Littles.
:39:43
We gaan naar huis.
:39:48
Ik weet niet hoe ik je moet bedanken.
:39:51
Schop dan niet tegen m'n flanken.
:39:54
Ik vind het zo spannend.
Ik heb nooit op een kat gezeten.
:39:58
Wen er maar niet aan.