The Iron Giant
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:39:00
Dat weet hij niet meer.
:39:02
Het is net een kIein kind.
:39:04
KIein, natuurIijk.
:39:07
Kun je met hem praten?
:39:09
Hij kent niet veeI woorden,
maar begrijpt weI veeI.

:39:13
Ik snap het.
:39:19
Hij heeft voedseI en onderdak nodig.
:39:34
Je hebt hier genoeg ruimte.
:39:36
-Dit is perfect voor hem.
-Ga weg.

:39:38
Je weet dat hij zo de deur
eruit kan haIen.

:39:42
Ik kan 't niet hier verstoppen.
:39:44
-Hij, niet het.
-Wat jij wiIt.

:39:46
Je weet niet eens waar
hij vandaan komt of wat hij is.

:39:51
Hij is mijn vriend.
:39:53
Ben ik ook jouw vriend?
:39:56
Zit ik ineens met
zo' n raar bIikken ding opgescheept.

:40:00
Ik hou niet van die ongein.
Ik ben bekaf.

:40:03
Dus hij kan bIijven?
:40:05
Vanavond weI,
maar morgen weet ik het nog niet.

:40:18
WeIterusten. Tot morgen.
:40:35
-Ben je aI wakker?
-Ik maak net m' n bed op.

:40:37
Ik heb beneden
een verrassing voor je.

:40:45
Goedemorgen, jongen.
Lekker gesIapen?

:40:50
De kamer is eindeIijk verhuurd.
:40:54
Ik heb niet zo' n honger meer.

vorige.
volgende.