The Talented Mr. Ripley
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:24:00
Geweldig, he ? Uit Napels. Ik heb
er twee weken over onderhandeld.

:24:04
Hij was toch niet goedkoop ?
- Jawel.

:24:09
Help je me met 'n cadeau
voor Francis ?

:24:12
Wie is dat ?
- M'n verloofde.

:24:15
Verloofd ? Jij bent verrassend,
Ripley. Wie is het ?

:24:19
Je ouders kennen haar.
- O, god.

:24:22
Ik zie het al: 'Ging Dickie maar
eens een geregeld leven leiden.'

:24:26
'Iedere ouder heeft recht op
een kleinkind.' O god, nooit.

:24:31
Ik zweer op je ring, Marge.
Ik ga nooit meer terug.

:24:35
Zeg wanneer ik moet trekken.
Het werkt niet.

:24:39
Ik doe 't fout.
:24:43
Zo gaat 't beter, he ?
We maken wel een matroos van je.

:24:48
Je doet 't heel goed.
:24:50
De bar gaat open.
- Ja, graag.

:24:52
Kunnen we naar Venetië ?
- Ja, heerlijk.

:24:57
Venetië zien en sterven.
Ja, toch ? Of was 't Rome ?

:25:02
Ik moet 's naar Venetië.
- Goed, iets zien en dan doodgaan.

:25:06
Venetië gaat op de lijst.
- En Rome.

:25:10
Ski je ?
:25:15
Nee, ik wil 't niet weten. Jij bent
hopeloos. Dat is mijn volgende klus.

:25:20
Met kerst gaan we skiën in Cortina.
Daar kun je uitstekend skiën.

:25:25
Ongelooflijk, Marge. Tom kan niet
skiën. Dat moeten we 'm ook leren.

:25:34
Zo'n lage komaf. Die gast weet niks.
:25:37
Goed dat we nog niet gaan trouwen.
Dan moet Tom mee op huwelijksreis.

:25:45
New York en die Park Avenue-lui vond
ik niks. In Parijs kon ik schrijven.

:25:50
Ik ging altijd naar 'n cafe
op Montmartre met Jean-Jacques.

:25:54
En Dickie speelde dan altijd
'My Funny Valentine.'

:25:59
Pas later ontdekte ik dat
hij maar zes songs kent.


vorige.
volgende.