:28:09
Wat ?
:28:12
Ik weet 't niet. Er is iets.
:28:16
Hebt u 'n speciale gave, of zo ?
:28:21
Hoelang doet u dit al ?
:28:23
Een tijdje.
:28:26
- Waar ? Europa ?
- En elders.
:28:29
U spreekt graag over uzelf, hè ?
Geef me 'n voorbeeld.
:28:37
- Hoeveel poten ?
- Wat ?
:28:39
De bank.
:28:42
Twee.
:28:44
- Zit die tape er nog in ?
- Ja.
:28:46
Mooi.
Speel de ochtendopname nog 's af.
:28:52
Stop.
:28:57
Kijk 's aan !
:28:59
Jezus.
:29:02
Dus ze plaatsen de bank daar. Waarom ?
:29:05
Het kan een verwarmer zijn.
:29:08
Wat ?
:29:09
In de aktetas, met een timer.
De temperatuur met 5,5°C laten stijgen.
:29:14
Eet u ?
:29:17
Lunch, bijvoorbeeld ?
:29:19
Houdt u van pizza ?
Ik ken 'n leuk restaurant.
:29:25
M'n maag waant zich nog in Londen.
:29:30
En pizza is niets voor u. Oké.
:29:32
Wat is er, inspecteur ? Heeft ze u verlaten
voor een effectenmakelaar ?
:29:37
Ik ben rechercheur, eersterangs.
:29:41
En... het was 'n uroloog.
:29:48
Kan ik u ergens afzetten ? Uw hotel ?
:29:50
Ten eerste, ik hou er een flat op na.
:29:52
Ten tweede,
ik ga met u mee naar 't bureau.
:29:56
Ze houdt er een flat op na.
:29:59
Ik houd goudvissen.