Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:31:02
Begraaf hem waar je kunt,
:31:04
hier komt hij niet.
:31:05
Heer, dit is goddeloosheid.
:31:07
Hij hoort bij zijn broeders.
:31:09
Het moet, of we volgen hem.
:31:11
Het moet ?
:31:14
Welke booswicht sprak dat woord ?
:31:16
Hij die het overal elders bewijzen zou.
:31:19
Wat, zou je hem tegen mijn wil begraven ?
:31:22
Nee... edele Titus...
:31:25
Vergeef Mutius en begraaf hem.
:31:29
Marcus, zelfs jij hebt op mijn helm geslagen
:31:32
en met deze jongens
:31:35
mijn eer gekrenkt.
:31:39
Als vijanden beschouw ik jullie,
:31:41
stuk voor stuk.
:31:43
Laat me nu met rust en verdwijn.
:31:49
Hij is zichzelf niet. Laten we gaan.
:31:52
Ik ga niet
:31:54
eer Mutius' gebeente is begraven.
:32:00
Vader...
:32:02
en in die naam spreekt de natuur...
:32:04
Dierbare vader,
:32:05
ziel en wezen van ons allen...
:32:07
Vermaarde Titus, meer dan mijn halve ziel...
:32:09
Sta op, Marcus, sta op.
:32:12
Dit is de ellendigste dag van mijn leven
:32:16
dat ik door mijn zonen onteerd werd
:32:18
in Rome.
:32:21
Wel, begraaf hem maar
:32:24
en begraaf mij daarna.

vorige.
volgende.