Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:37:01
Wees hem op mijn genade
:37:03
dus gunstig gezind.
:37:05
Verlies een edele vriend niet
:37:07
aan loze veronderstellingen.
:37:10
Mijn vorst, laat u regeren door mij,
:37:13
Iaat u eindelijk vermurwen.
:37:15
Vergeet al uw grieven
:37:17
en misnoegdheid.
:37:18
U hebt pas de troon bestegen.
:37:21
Voorkom dat volk en patriciƫrs
:37:23
terecht partij kiezen voor Titus
:37:26
en u verwerpen wegens ondankbaarheid.
:37:29
Erken de verdienste
:37:31
en laat me begaan.
:37:35
Ooit zal ik hen allen afslachten
:37:38
en hun gevolg en familie uitroeien.
:37:41
De wrede vader en zijn valse zonen
:37:43
die ik smeekte
:37:45
om het leven van mijn zoon.
:37:48
Dan weten ze wat het is
:37:49
om een koningin op straat te laten knielen
:37:52
en vergeefs om genade smeken.
:37:56
Kom, kom, goede keizer...
:38:00
kom, Andronicus.
:38:01
Omarm deze goede oude man
:38:03
en monter het hart op
:38:04
dat sterft in de storm
:38:05
van uw boze toorn.
:38:10
Sta op, Titus, sta op.
:38:12
Mijn keizerin heeft gewonnen.
:38:14
Ik dank u, majesteit...
:38:16
en haar, mijn heer.
:38:22
Laat het mijn eer zijn, goede heer,
:38:24
dat ik u en uw vrienden heb verzoend.
:38:27
Voor u, prins Bassianus,
:38:29
heb ik de keizer beloofd
:38:32
dat u milder en volgzamer zult zijn.
:38:34
En vrees niet, heren...
:38:36
en jij, Lavinia.
:38:38
Op mijn advies
:38:40
zullen jullie nederig knielend
:38:42
vergiffenis vragen
:38:44
aan zijne majesteit.
:38:49
Dat doen we en we zweren
:38:51
de hemel en zijne hoogheid
:38:53
dat we zo mild waren als we konden
:38:56
om onze eer en die van onze zus te redden.
:38:58
Dat zweer ik hier op mijn eer.

vorige.
volgende.