:50:07
Zie je deze brief ?
:50:09
Neem hem en geef de keizer
:50:11
dit fatale stuk papier.
:50:19
Stel geen vragen, we worden bespied.
:50:22
Lieve Moor, die me liever is dan mijn leven.
:50:25
Stil nu, machtige keizerin,
:50:27
daar is Bassianus.
:50:29
Maak ruzie met hem, ik haal
:50:32
je zonen om je te steunen,
:50:34
waar de ruzie ook over gaat.
:50:41
Wie hebben we hier ?
:50:44
De keizerin van Rome
:50:46
zonder haar normale gevolg ?
:50:48
Of is het Diana
:50:51
met haar kleren
:50:52
die haar gewijde bos
:50:54
heeft verlaten voor de jacht ?
:50:56
Drieste spion van mijn privé-aangelegenheden,
:50:59
als ik de macht van Diana had,
:51:01
dan zaten er nu horens op je slapen
:51:04
zoals op die van Actaeon
:51:06
opdat de honden
:51:07
je zouden bespringen,
:51:09
onbeschofte indringer die je bent.
:51:12
Goede keizerin, men zegt
:51:14
dat u goed bent in horens opzetten.
:51:16
Uw Moor en u waren hier beslist
:51:19
daarmee aan het oefenen.
:51:22
Jupiter bescherme uw man voor zijn honden,
:51:25
ze zouden hem voor een hert aanzien.
:51:27
Waarom ben je alleen zonder gevolg,
:51:30
afgestegen van je witte hengst
:51:33
op deze donkere plek,
:51:35
slechts vergezeld van een barbaarse Moor
:51:38
als het niet was uit boze lust ?
:51:40
En nu u betrapt bent in uw vermaak
:51:43
beschuldigt u mijn edele heer
:51:44
van driestheid.
:51:47
Kom, laten we gaan
:51:49
en dat ze zich vermaakt met haar zwarte lief.
:51:53
Deze vallei past er wonderwel bij.
:51:56
Mijn broer de keizer zal hiervan horen.
:51:59
Zo'n goede vorst, en zo zwaar bedrogen.