Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:17:00
Aaron wil zijn ziel zwart
1:17:04
als zijn aangezicht.
1:17:19
Hier hef ik deze ene hand ten hemel
1:17:22
en buig dit zwakke lijf naar de aarde.
1:17:26
Als nog één macht door tranen wordt bewogen,
1:17:29
roep ik die aan.
1:17:33
Wat, wil je naast me knielen ?
1:17:36
Doe dat dan, liefste,
1:17:38
zodat de hemel onze gebeden verhoort.
1:17:41
Of met onze zuchten maken wij de hemel dof
1:17:44
en bedekken de zon met mist
1:17:45
zoals de wolken soms doen
1:17:47
als zij ze aan hun boezem drukken.
1:17:49
Broeder, spreek van wat mogelijk is
1:17:52
en verval niet in diepe extremen.
1:17:58
Is mijn verdriet dan niet diep
1:18:00
en bodemloos ?
1:18:01
Laat mijn leed even bodemloos zijn.
1:18:04
Laat de rede je verdriet regeren.
1:18:08
Als er een reden was voor deze pijn
1:18:11
dan kon ik mijn verdriet
1:18:12
binnen de perken houden.
1:18:17
Als de hemel huilt,
1:18:19
overstroomt de aarde dan niet ?
1:18:23
Als de wind raast,
1:18:26
beukt de zee dan niet woest
1:18:29
tegen de hemel met haar gezwollen gelaat ?
1:18:33
Wil je een reden voor zulke storm ?
1:18:41
Ik ben de zee.
1:18:44
Hoor hoe haar zuchten blazen.
1:18:47
Zij is de huilende hemel,
1:18:50
ik ben de aarde.
1:18:53
Zo moet mijn zee
1:18:55
onder haar zuchten zwichten.
1:18:57
Zo moet mijn aarde
1:18:58
onder haar aanhoudende tranen

vorige.
volgende.