Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:33:30
Het is Chiron.
1:33:32
En Demetrius.
1:33:38
Heer, kniel neer met mij.
1:33:41
Kniel, Lavinia. Kniel, brave jongen.
1:33:43
En zweer met mij
1:33:46
dat onze dodelijke wraak
1:33:49
die verraderlijke Goten zal treffen.
1:33:52
We zullen hun bloed zien
1:33:53
of zelf het leven laten.
1:33:56
Dat is zeker, als je weet hoe.
1:33:59
Maar als je op die berenwelpen jaagt, pas op.
1:34:05
Je bent een jonge jager. Zie ervan af.
1:34:09
Kom mee naar mijn wapenzaal, Lucius.
1:34:12
Ik stuur hem naar de zonen van de keizerin
1:34:15
met geschenken voor hen beiden.
1:34:17
Jij wilt toch boodschapper zijn ?
1:34:19
En mijn dolk in hun borst planten.
1:34:21
Nee. Ik heb een ander plan.
1:34:23
Lavinia, kom.
1:34:27
Marcus, zorg voor mijn huis.
1:34:33
O hemelen,
1:34:34
kun je een goed man horen jammeren
1:34:37
zonder medelijden te hebben ?
1:34:41
Marcus,
1:34:43
sta hem bij in zijn waanzin.
1:34:45
Zijn ziel is zwaarder geraakt door verdriet
1:34:47
dan zijn schild door de vijand.
1:34:50
Maar hij is zo rechtvaardig
1:34:52
dat hij geen wraak wil.
1:34:55
Wreek jij, hemel, de oude Andronicus.

vorige.
volgende.