Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:34:05
Je bent een jonge jager. Zie ervan af.
1:34:09
Kom mee naar mijn wapenzaal, Lucius.
1:34:12
Ik stuur hem naar de zonen van de keizerin
1:34:15
met geschenken voor hen beiden.
1:34:17
Jij wilt toch boodschapper zijn ?
1:34:19
En mijn dolk in hun borst planten.
1:34:21
Nee. Ik heb een ander plan.
1:34:23
Lavinia, kom.
1:34:27
Marcus, zorg voor mijn huis.
1:34:33
O hemelen,
1:34:34
kun je een goed man horen jammeren
1:34:37
zonder medelijden te hebben ?
1:34:41
Marcus,
1:34:43
sta hem bij in zijn waanzin.
1:34:45
Zijn ziel is zwaarder geraakt door verdriet
1:34:47
dan zijn schild door de vijand.
1:34:50
Maar hij is zo rechtvaardig
1:34:52
dat hij geen wraak wil.
1:34:55
Wreek jij, hemel, de oude Andronicus.
1:35:28
Demetrius, hier is de zoon van Lucius.
1:35:31
Hij heeft een boodschap voor ons.
1:35:35
Ja, een malle boodschap
1:35:37
van zijn malle opa.
1:35:43
Prinsen,
1:35:45
in alle nederigheid
1:35:47
groet ik u namens Andronicus.
1:35:49
Sapperloot, Lucius. Wat voor nieuws ?
1:35:54
Mijn grootvader stuurt me
1:35:57
met zijn beste wapens
1:35:59
als hulde aan uw jeugd,

vorige.
volgende.