Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:37:02
Iaat haar nog even rusten in haar onrust.
1:37:08
Kom, we gaan. Laten we de goden bidden
1:37:11
moeder bij te staan in haar barensweeën.
1:37:15
Laten we de duivels bidden,
1:37:17
de goden laten ons in de steek.
1:37:21
Waarom schallen de keizerlijke trompetten ?
1:37:23
Waarschijnlijk heeft de keizer een zoon.
1:37:27
Stil, wie komt daar ?
1:37:33
Gegroet, heren. Zeg me,
1:37:36
hebt u Aaron de Moor gezien ?
1:37:38
Wel, min of meer
1:37:39
of helemaal niet.
1:37:41
Hier is Aaron. Wat moet je van hem ?
1:37:44
Goede Aaron,
1:37:46
we zijn verloren.
1:37:48
Help ons of het wordt uw ondergang.
1:37:51
Wat sta je toch te janken ?
1:37:53
Wat heb je daar in je armen ?
1:37:56
Ik zou 't graag voor de hemel verbergen.
1:37:58
De schande van onze keizerin
1:38:00
en de Romeinse staat.
1:38:02
Ze is verlost, heren.
1:38:04
Ze is verlost.
1:38:06
Waarvan ?
1:38:07
Ik bedoel, ze is bevallen.
1:38:10
God geve haar rust.
1:38:12
Wat heeft hij haar gegeven ?
1:38:14
Een duivel.
1:38:17
Dan is zij de duivels moer,
1:38:20
een vrolijk kind.
1:38:22
Een vreugdeloos, akelig, zwart
1:38:24
en triest wicht. Hier is het kind,
1:38:26
Lelijk als een pad
1:38:28
tussen ons mooie ras.
1:38:31
De keizerin stuurt het u,
1:38:34
met uw stempel en zegel,
1:38:36
en vraagt dat u het doopt met uw dolk.
1:38:39
Verduivelde slet !
1:38:42
Is zwart zo'n lelijke kleur ?
1:38:46
Zoet snoetje, een lieflijke bloem ben je.
1:38:49
Schurk...
1:38:51
wat heb je gedaan ?
1:38:53
Wat jij niet ongedaan kunt maken.
1:38:55
Je hebt moeder oneer gegeven.
1:38:57
Veeleer genot, schurk.

vorige.
volgende.