1:41:01
Ik bloos bij deze smaad.
1:41:03
Dat is het voorrecht van je schoonheid.
1:41:06
Foei, verraderlijke kleur, die met een blos
1:41:09
de diepe stemmingen
1:41:11
van het hart verraadt.
1:41:13
Maar deze jongeman
1:41:15
is uit een ander hout gesneden.
1:41:19
Kijk.
1:41:22
Kijk hoe de zwarte rakker
1:41:24
naar zijn vader lacht
1:41:25
als wilde hij zeggen:
1:41:27
"Oude kerel,
1:41:29
ik ben van jou."
1:41:33
Wat zeg ik nu tegen de keizerin ?
1:41:36
Denk na wat er moet gebeuren
1:41:38
dat we je raad kunnen opvolgen.
1:41:41
Red het kind,
1:41:43
maar red ons erbij.
1:41:45
Dan gaan we zitten
1:41:48
en samen overleggen.
1:41:52
Mijn zoon en ik houden je in het oog.
1:41:54
Hou afstand.
1:42:02
Praat nu maar over je veiligheid.
1:42:04
Hoeveel vrouwen hebben zijn kind gezien ?
1:42:06
Ach zo, dappere prinsen.
1:42:09
Als we een verbond sluiten,
1:42:11
ben ik een lam.
1:42:14
Maar tart de Moor,
1:42:16
en de briesende ever, de bergleeuwin
1:42:19
en de zee stormen minder dan Aaron.
1:42:27
Maar zeg nu,
1:42:29
hoevelen hebben het kind gezien ?
1:42:31
Cornelia de vroedvrouw en ikzelf
1:42:35
en verder niemand buiten de keizerin.
1:42:39
De keizerin,
1:42:41
de vroedvrouw
1:42:43
en jij.
1:42:47
Twee zwijgen wel als de derde weg is.
1:42:51
Ga naar de keizerin
1:42:53
en zeg haar dat ik dit heb gezegd.