Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:48:15
O, Publius...
1:48:17
is het niet triest
1:48:19
je oom zo krankzinnig te zien ?
1:48:21
Daarom proberen we ook
1:48:24
dag en nacht voor hem te zorgen
1:48:26
en zijn grillen in te willigen
1:48:29
tot de tijd hem geneest.
1:48:31
Neven, zijn verdriet
1:48:33
is niet te genezen.
1:48:39
Publius, hoezo ?
1:48:41
Hoezo, meesters ?
1:48:44
Je bent een goed schutter, Marcus. Kom.
1:48:46
Ad Jovem, die is voor u.
1:48:50
Hier, Ad Apollinem.
1:48:53
Hier, jongen, aan Pallas.
1:48:56
Hier, aan Mercurius.
1:48:59
Aan Saturnus, niet aan Saturninus.
1:49:02
Dan kun je beter in de wind schieten.
1:49:05
Vooruit, jongen.
1:49:09
Marcus, schiet op mijn teken.
1:49:11
Op mijn woord, ik heb
1:49:13
elke god aangeschreven.
1:49:15
Ik richt een mijl boven de maan,
1:49:17
je brief is al bij Jupiter.
1:49:24
Marcus, we zijn slechts struikgewas,
1:49:26
geen ceders,
1:49:28
geen zwaargebouwde mannen
1:49:30
van Cyclopenformaat.
1:49:33
Maar van metaal, Marcus, helemaal van staal,
1:49:37
en toch gebogen
1:49:38
door ondraaglijk leed.
1:49:42
Er is geen gerechtigheid
1:49:44
op aarde of in de hel,
1:49:45
daarom smeken we de goden
1:49:47
in de hemel gerechtigheid te sturen
1:49:50
om ons leed te wreken.
1:49:53
Kom, meesters, schiet.
1:49:55
Neven...
1:49:57
schiet al je pijlen in het paleis.
1:49:59
We treffen de keizer in zijn trots.

vorige.
volgende.