Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

2:12:06
Ga naar je neef Lucius, goede Marcus.
2:12:08
Vraag bij de Goten waar hij is.
2:12:11
Vraag hem naar me toe te komen
2:12:13
en breng enkele Gotenprinsen mee.
2:12:15
Zeg hem dat het keizerlijk paar komt dineren
2:12:18
en dat ik hem ook wil inviteren.
2:12:20
Doe het uit liefde voor mij, en dat hij het
2:12:23
uit achting voor zijn oude vader doet.
2:12:26
Ik zal het doen
2:12:28
en kom spoedig terug.
2:12:34
Nu ga ik voor jou aan het werk
2:12:37
en neem mijn handlangers mee.
2:12:39
Nee, nee.
2:12:41
Laat Verkrachting en Moord hier blijven.
2:12:43
Anders roep ik mijn broer terug
2:12:46
en laat mijn wraak over
2:12:47
aan Lucius.
2:12:49
Wat denk je ? Blijven jullie bij hem
2:12:52
terwijl ik de keizer ga vertellen
2:12:54
hoe ik onze grap op poten heb gezet ?
2:12:58
Moeder, ga gerust en laat ons hier.
2:13:03
Vaarwel, Andronicus.
2:13:06
Wraak gaat een val spannen
2:13:08
om al je vijanden te strikken.
2:13:11
Ik weet het.
2:13:12
En zoete Wraak, vaarwel.
2:13:26
Vertel ons, oude man,
2:13:28
wat kunnen we voor je doen ?
2:13:30
Ach, ik heb werk genoeg voor jullie.
2:13:35
Kom hier, Publius,
2:13:36
Caius, Valentinus.
2:13:46
Wat wil je ?
2:13:47
Ken je deze twee ?
2:13:49
De zonen van de keizerin.
2:13:51
Chiron en Demetrius. - Foei, Publius.
2:13:53
Je vergist je. De ene is Moord,
2:13:55
de ander heet Verkrachting. Daarom...
2:13:58
bind hen vast, Publius.

vorige.
volgende.