Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

2:13:03
Vaarwel, Andronicus.
2:13:06
Wraak gaat een val spannen
2:13:08
om al je vijanden te strikken.
2:13:11
Ik weet het.
2:13:12
En zoete Wraak, vaarwel.
2:13:26
Vertel ons, oude man,
2:13:28
wat kunnen we voor je doen ?
2:13:30
Ach, ik heb werk genoeg voor jullie.
2:13:35
Kom hier, Publius,
2:13:36
Caius, Valentinus.
2:13:46
Wat wil je ?
2:13:47
Ken je deze twee ?
2:13:49
De zonen van de keizerin.
2:13:51
Chiron en Demetrius. - Foei, Publius.
2:13:53
Je vergist je. De ene is Moord,
2:13:55
de ander heet Verkrachting. Daarom...
2:13:58
bind hen vast, Publius.
2:14:00
Caius en Valentinus, grijp hen.
2:14:03
Af, schoften !
2:14:05
Wij zijn de zonen van de keizerin.
2:14:07
Daarom doen we wat ons is bevolen.
2:14:21
Kom... Kom, Lavinia.
2:14:24
Kijk.
2:14:26
Je vijanden hangen gebonden.
2:14:31
Laat ze nu horen
2:14:32
welke vreselijke woorden ik spreek.
2:14:36
O, schurken,
2:14:37
Chiron en Demetrius.
2:14:40
Hier staat de lente
2:14:42
die je met slijk hebt besmeurd.
2:14:44
De goede zomer heb je met je winter gemengd.
2:14:49
Voor jullie vuile moord op haar man
2:14:52
zijn twee van haar broers onthoofd
2:14:54
en is mijn hand afgehakt voor de grap.
2:14:58
Allebei haar handen, haar tong

vorige.
volgende.