Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

2:24:21
Mannen met verdrietige gezichten,
2:24:23
volk en zonen van Rome,
2:24:26
door oproer verdeeld
2:24:28
als een vlucht vogels
2:24:29
uiteengeslagen door de wind
2:24:31
en zwiepende stormvlagen,
2:24:34
met uw goedvinden
2:24:36
Leer ik u het koren
2:24:38
weer tot een schoof te binden,
2:24:40
de gebroken leden weer tot één lichaam
2:24:43
te maken...
2:24:45
Kom...
2:24:46
kom, eerbiedwaardige Romeinen,
2:24:49
en reik onze keizer de hand.
2:24:52
Lucius onze keizer.
2:24:55
Ik weet dat er eenstemmig
2:24:57
om hem geroepen wordt.
2:25:07
Nu is het mijn beurt om te spreken.
2:25:10
Zie dit kind.
2:25:13
Tamora heeft het gebaard.
2:25:15
De telg van een goddeloze Moor,
2:25:18
het brein achter al ons leed.
2:25:22
O, bedroefde Andronicus.
2:25:24
Vel het vonnis over deze schurk.
2:25:33
Graaf hem in zonder eten.
2:25:37
Laat hem razen en tieren
2:25:40
en smeken om eten.
2:25:42
Wie hem helpt of medelijden betoont,
2:25:45
krijgt als straf de dood.
2:25:53
Dat is ons vonnis.
2:25:58
Waarom zou toorn stom blijven

vorige.
volgende.