1:03:24
Wat ben je aan het doen ?
1:03:29
Is alles goed met Maddy ?
- Ja, ze slaapt.
1:03:34
En hoe is het met jou ?
- Prima.
1:03:37
Zeker weten ?
1:03:39
Hoe lang ben je al op ?
- Vanaf een uur of vijf.
1:03:45
Je was bijna dood.
Je moet je antibiotica nemen.
1:03:50
Wie ben jij ?
1:03:53
Ik moet terug naar Boston.
- Ga dan.
1:03:56
Ik regel een verpleegster voor je.
- Dat doe je niet.
1:04:00
Ik ben een ruwe Engelse tante.
- Ik blijf wel.
1:04:04
James, we moeten naar huis.
1:04:09
Kan ik je even spreken beneden ?
- Zeg Maddy gedag. Het beste ermee.
1:04:21
Toen ik je vond, verstijfde ik niet.
Ik had m'n ademoefeningen niet nodig.
1:04:27
Het laat me koud wat je zegt.
Ik geloof erin.
1:04:47
Ze heeft het me verteld.
Ik weet dat het een leugen is.
1:04:51
Ze is m'n beste vriendin.
Ik kan haar niet alleen laten.