Boys and Girls
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:42:02
Jouw beurt.
:42:05
Die vrouw doet crackers in de soep.
Niet ?

:42:09
Dat klopt niet. Het is een oordeel.
Niet iedereen lust crackers.

:42:15
Precies.
- Je geeft 'n oordeel en dat kan niet.

:42:21
Je mag niet oordelen.
- Dat is idioot.

:42:24
Nee, het is komisch. Ik lach erom.
- Ja, omdat het idioot is.

:42:30
Weet je wat echt idioot is ?
Ik heb een afspraakje vanavond.

:42:35
Echt ?
- Vind je dat gek ?

:42:37
Nee, het is geweldig.
- Echt ?

:42:41
Jij moet ook weer de markt op gaan.
- Nee, ik ben even uitgekocht.

:42:46
Die is dan weer niet leuk.
- Ik weet het.

:42:58
Dames, hoe gaat het ermee ?
:43:04
Lekker weertje, hé ?
:43:18
Ik weet niets van die dingen.
Daar moet je Hunter voor bellen.

:43:28
Ik heb tien jaar op een bank gewerkt.
Nu wil ik voor mezelf beginnen.

:43:34
Ik ben nu op een punt
dat ik dat werk zat ben.

:43:39
Gelukkig, zus. Je bent er.
- Billy, wat is er ?

:43:44
Kirt, dit is m'n broer Billy.
Billy, dit is Kirt.

:43:48
Aangenaam.
Ik vertel je zus net over m'n boot.

:43:52
Nu even niet.
- Wat is er ?

:43:54
Er is iets met moeder. Ze is ziek.
- Wat is er dan gebeurd ?

:43:59
Gewoon. Ze is ziek.
- Wat heeft ze dan ?


vorige.
volgende.