Chocolat
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:47:03
Dichterbij.
:47:08
De tijd verstreek in het dorp.
:47:16
En de chocolaterie verdween niet.
:47:38
De Graaf van Reynaud voelde
zich verwikkeld in een kruistocht.

:47:46
Zijn strijd om van Serge
een ware gentleman te maken...

:47:50
werd meer dan slechts een daad
van goede wil. Het werd een test.

:47:56
Een Heilige Oorlog tussen chateau...
:48:00
en chocolaterie.
:48:23
ledere keer zeg ik
dat 't de laatste keer is.

:48:28
Maar dan ruik ik
die chocolade weer...

:48:34
of die mokkadingen
en die chocoladeschelpen.

:48:37
Zo klein, zo onschuldig. Eén hapje
maar, dat kan toch geen kwaad.

:48:44
Maar ze waren zo rijk gevuld.
Zondig gewoon.

:48:49
En 't smolt op de tong. Vergeef me.
:48:52
't Smelt zo langzaam op je tong
en 't is zó lekker dat 't pijn doet.

:48:57
Jegens U heb ik gezondigd. En heb ik
kwaad verricht in Uw aangezicht.


vorige.
volgende.