Chocolat
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:00:01
Hallo, Caroline.
1:00:08
Geef mij dan de schuld.
Hem verleiden met chocola.

1:00:12
Hoe durf je, moeder.
1:00:15
Hij is gelukkig. Kijk naar 'm.
1:00:17
Mama, ik...
-En jij, moeder?

1:00:21
Gaat het goed met jou?
1:00:24
lk wed dat ze vergeten is
het jullie te vertellen.

1:00:28
Waarom laat je ze 't niet zien?
Ben je bang?

1:00:38
lnsuline-injecties.
1:00:40
Vergevorderde suikerziekte.
Ze kan binnen 'n jaar blind zijn.

1:00:44
Noem me liever 'n drugsverslaafde,
dat klinkt spannender.

1:00:48
En jij stopt 'r vol met zoetigheden.
1:00:53
Er zijn ergere manieren
om te sterven.

1:00:54
Rattengif gaat veel sneller.
-Carol heeft gevoel voor drama.

1:01:00
Ze hoort op een plek te zijn
waar ze verzorgd kan worden.

1:01:03
Het Sterfhuis?
lk ga liever naar de hel.

1:01:09
Daar kom je misschien ook
wel terecht, moeder.

1:01:12
Luc, kom met me mee.
-lk wil niet.

1:01:15
Hij is gelukkig hier,
het is goed voor hem.

1:01:18
lk beslis wel wat goed voor mijn
zoon is, mevrouw Muscat.

1:01:31
Nog een. Het is mijn leven; laat
me genieten van wat er van over is.

1:01:37
Armande, waarom zei je niets?
1:01:39
ls dit een chocolaterie
of een biechtstoel?

1:01:46
Waag 't niet meelij
met me te hebben.


vorige.
volgende.