:37:06
Lafaard. Schooier.
:37:09
Sta op.
:37:10
Kom hier. Ik maak je af, lafaard.
:37:13
Denk je dat je sterk bent, soldaat?
Ik bijt je oren af.
:37:17
En dan bijt ik je ballen af.
:37:22
Hier is de overspelige.
:37:25
Mijn vrouw.
:37:26
Kijk dan, officier. Hij bedriegt me.
-Met een man?
:37:30
Vuile verrader.
:37:33
En je zou 'r nog
met geen stok aanraken.
:37:35
Het is de tandarts.
:37:37
Ik hou je al een tijd
in de gaten, smeerlap.
:37:40
En wat jou betreft...
:37:42
Leg 't met echtgenoten aan
in je eigen dorp, hoer.
:37:46
We wisten dat ze één
minnaar had, maar twee?
:37:49
Waar kwam die tandarts
opeens vandaan?
:37:52
Die vulde haar gaatje.
:37:54
Haar vader moest de school
in schande verlaten.
:37:57
Hij wil z'n dochter Maléna
nooit meer zien.
:38:00
En de vrouw van de tandarts
schopte haar man de deur uit.
:38:04
Die feeks van 'm
sleept hem voor de rechter.
:38:08
Wat heeft die arme tandarts
ermee te maken?
:38:12
Maléna is een hoer.
Zij moet voor de rechter.
:38:15
Die luitenant Cadei leek zo'n heer.
:38:18
Hoe is hij hierin verzeild?
:38:20
Iedereen weet
dat ze gezinnen ontwricht.
:38:24
De luitenant vroeg erom.
:38:26
Dat wordt een rechtszaak.
-Echt waar?
:38:29
Er zijn drie aanklachten. De vrouw
van de tandarts klaagt haar aan...
:38:35
De tandarts had drie hechtingen
en hij heeft de luitenant beledigd.
:38:41
Dat is belediging van een militair.
:38:44
Het wordt druk bij de rechter.
-Wat een eikels.
:38:48
Terwijl wij toekeken, grepen
de luitenant en de tandarts haar.