1:35:00
Dan zal ik bewijzen dat ik
in staat ben om te duiken.
1:35:05
Ik wil adjudant worden.
1:35:10
We bewonderen uw moed,
hoe misplaatst ook.
1:35:14
Excuseer.
1:35:26
Ik ben arts, Carl. Misschien
wil je het van mij aannemen.
1:35:34
Niet, dus.
1:35:37
Hoe stel je je dat voor met één been?
1:35:40
Ik kon amper lezen.
Dat heb ik ook overwonnen.
1:35:45
Die maanden dat je weg was
waren tot daaraantoe.
1:35:49
Elke opdracht nam je aan. Maar dit?
-Wat wil je dan?
1:35:55
Dat ik thuis kom, het gras maai,
dat we het huis aanpassen?
1:35:59
Hoe is dat voor m'n zoon?
-Laat hem erbuiten.
1:36:03
Je doet dit niet voor hem
of voor mij, maar voor jezelf.
1:36:08
Zo is het altijd geweest.
1:36:11
Geef dat toch eens toe.
1:36:14
Dat kan er toch wel van af?
1:36:26
Waarom doe je me dit aan?
1:36:33
Geef antwoord, anders loop ik weg.
En ik kom niet meer terug.