:45:09
Je kunt met me spreken alsof ik naast
je sta.
:45:12
Waar ben je?
:45:14
De verhoging, net naast de baan, twee
uur.
:45:31
- Hoe gaat 't?
- Net als vroeger.
:45:37
- Net als vroeger?
- Zo ongeveer.
:45:43
Wie heb je gezien bij Ambrose?
:45:46
Er zijn nog zo'n zes anderen daar,
:45:51
misschien meer.
:45:52
Hugh Stamp, een ouwe vriend van Sean,
is de enige die ik herken.
:45:56
Een engerd is zacht uitgedrukt.
:45:58
We kennen hem, hij kijkt nu naar je.
:46:04
Ambrose heeft foto's van kranten met
geld erop gestapeld.
:46:07
37 miljoen bovenop de Londense Times.
:46:09
Wat heeft dat te betekenen?
:46:13
Voorstellen van mogelijke
Chimera-kopers.
:46:25
Ambrose ontmoet iemand in de bar.
:46:28
Grote jongen, roodblond. Ze hebben 't
over iets.
:46:38
- Wie is hij?
- Ik ben aan 't checken.
:46:48
John McCloy, baas van een
farmaceutisch bedrijf, Biocyte.
:46:51
Verkreeg Biocyte in 1989 na een
onvrijwillige overname.
:46:56
- Hij was de baas van Nekhorvich.
- Precies.
:46:59
Werkte als onderzoeker voor Biocyte.