:06:03
Iemand is hier binnenkort jarig.
:06:06
Weet je al hoe je het wilt vieren ?
Wil je een feestje geven ?
:06:14
Je moeder vroeg je wat.
:06:17
Speel niet met je eten.
Wees blij dat je wat hebt.
:06:21
Wil je een verjaardagsfeestje ?
- Mij best.
:06:26
Ik heb deze gekocht
bij de winkel van Carr.
:06:31
Uitnodigingen ?
:06:33
Je kunt moeilijk een feestje geven
zonder gasten.
:06:39
Schrijf ze na het eten en geef ze
morgen op school aan je vrienden.
:06:43
Aan wie dan ?
:06:47
Wat dacht je van John Abner ?
:06:49
Die is vijf en plast nog
in z'n broek.
:06:53
Er zijn genoeg kinderen
die op je feestje willen komen.
:06:57
Je moeder heeft die uitnodigingen
gekocht en jij zĂșlt ze schrijven.
:07:06
Mag ik van tafel af ?
- Ja.
:07:12
Vergeet je uitnodigingen niet.
:07:30
Wat moeten we doen ?
Hij zal zo eenzaam zijn zonder Dink.
:07:36
Misschien moeten we er toch
nog 's over nadenken.
:07:39
Geen sprake van. We hebben het er
al over gehad. Het is geen goed idee.
:07:45
Hij is nog te jong.
:07:59
Doe voorzichtig.
- Doen we.