:55:00
	Ik zie die braambessentaart
al bijna voor me.
:55:04
	Hier moeten
een paar goede struiken staan.
:55:08
	Kijk daar.
:55:10
	Zie je die notenboom daarginds
met die grote afgebroken tak ?
:55:15
	Dat heeft de bliksem gedaan.
:55:19
	Laat altijd een spoor achter
zodat je de weg terug kunt vinden.
:55:32
	Wat is er met je been gebeurd ?
:55:37
	Dat weet je toch.
:55:40
	Ik heb 't verloren in de Spaanse
burgeroorlog toen je nog 'n baby was.
:55:45
	Waar denk je dat het nu is ?
:55:48
	Ik denk ergens in Catalonië.
:55:54
	Jeukt het of doet het wel 's pijn ? 
Je weet wel, dat hoor je wel 's.
:56:04
	Het doet pijn.
:56:08
	Maar je hebt er een lintje
voor gekregen, hé ?
:56:16
	Ik had liever m'n been gehad.
:56:22
	Kijk daar 's.
Een oude grijze eekhoorn.
:56:31
	Pak hem.
:56:43
	Je had 'm bijna.
:56:49
	Jagers. Ga op je knieën zitten.
Voorzichtig.
:56:54
	We zitten op drie uur.
:56:58
	Verroer je niet.
We komen naar jullie toe.