:02:14
Kan ik u helpen ?
- Ik zoek chocolaatjes.
:02:17
Iets moois.
- Een cadeau ?
:02:22
Ja, iets moois. Maar het
mag niet dik maken.
:02:26
M'n vrouw heeft de neiging om
vet te worden om haar heupen.
:02:30
Wat vindt u hiervan ? Deze is mooi.
:02:33
Deze komen uit België. Dit is een
mooie doos, vindt u niet ?
:02:39
Ik ben weer thuis.
- Wie ?
:02:42
De paus. Ik heb altijd je flat willen
bekijken. Wie komt er elke dag thuis ?
:02:48
Ik kijk naar prinses Diana.
- Nee, hè ? Hoe vaak moet je dat zien ?
:02:54
Moet je die kleren zien
- Ik zeg steeds: Ze krijgt korting.
:02:59
Kopen koningen en koninginnen
hun kleren in de winkel ?
:03:03
Ik heb chocolaatjes meegenomen.
- Chocolaatjes ?
:03:08
Wel eens van gehoord ? Voor jou.
- Hoezo ?
:03:12
Hoezo ? Ze komen uit België,
handgemaakt door Belgen.
:03:17
Doe normaal. Je moet wat van me.
Ben je betrapt met 'n serveerster ?
:03:22
Heb ik ooit wat met 'n ander gedaan ?
:03:26
Ik trap er niet in.
Je hebt 'n plannetje.
:03:29
Laat ook maar. Haal 't eten.
Deze zijn niet voor jou.
:03:33
Haal het eten, ik wil nu eten.
En schiet 'n beetje op.
:03:38
En ik wil 't ergens over hebben.
- Zie je ? Nu komt de reclamespot.
:03:44
Ik heb die 6000 dollar nodig, Frenchy.
Ik moet die zes mille van ons hebben.
:03:50
AI ons spaargeld.
- Stel je niet aan.
:03:53
Zes mille, meer hebben we niet.
- Met dit idee worden we rijk.
:03:58
Hoe dan ? Ga je 'n bank beroven ?
- Hoe wist je dat ? Hoe raad je dat ?