:06:00
Ik tel nu. Als ik woest
word, ben je er geweest.
:06:03
Ik sta te beven in m'n panty.
- Je zet me voor gek voor m'n vrienden.
:06:09
Wie zegt dat je 'n koekje mag ?
- Hallo, jongens.
:06:13
Heb jij je deel ?
- Waarvan ?
:06:15
Ja, ik heb wat verkocht.
Een gehuurde auto.
:06:18
Hij heeft 't niet. Ze geeft het niet.
:06:21
Dus die snoep heeft niet gewerkt.
- Hou even je kop.
:06:26
Die gast is ook niet de slimste thuis.
- Geef me dat geld nou.
:06:32
Ik investeer niks. Zeker niet in iets
waarmee je in de bak eindigt.
:06:37
Jij was hier toch de baas ?
- Schei nou toch uit.
:06:43
Dat geld is van mij.
- Nee, van mij. Ik heb 't verdiend.
:06:47
Ik ben je man, ik...
- Donder op.
:06:50
Zo direct word ik gewelddadig.
- Met die hernia van jou ?
:06:55
Jongens, ik kan 't niet.
Het is afgelopen.
:06:59
Je zei dat je de baas was.
- Hou op over wat ik gezegd heb.
:07:03
Klaar, we doen het niet.
Laat een ander 't doen.
:07:07
Ik ga 'n luchtje scheppen op het dak.
- Niet springen, waardevolle afwasser.
:07:14
Mag ik nog 'n koekje ?
- Ik wil ook.
:07:26
Vertel je idee maar.
:07:29
Je hebt het afgeschoten.
- Krijg je nu een driftbui ?
:07:34
Om een of andere reden moet je
altijd m'n dromen afschieten.
:07:38
Jij hebt dromen die mensen hebben
als ze opiumkoekjes eten.
:07:43
Mag ik over die bank vertellen ?
:07:46
Als bankrover heb je twee jaar
gedwongen vakantie gehad.
:07:49
Ik ben geen overvaller, dat klopt.
:07:53
Bij die overval wisten we van niks.
:07:56
We hadden allemaal 'n Reagan-masker
op, dus ik wist niet wie wie was.