:12:08
Ik ben op zoek naar Nettie Goldberg.
- Wie bent u ?
:12:14
Ik wil haar een aanbod doen.
Een mooi aanbod, veel poen.
:12:21
Kom binnen.
:12:28
Ik ben Nettie Goldberg.
- Ik ken jou.
:12:32
Jij bent Benny, van cellenblok acht.
:12:37
Goeie god, Ray. Hoe gaat 't ermee ?
- Je kijkt alsof je me niet kent.
:12:42
Kom verder. Wat 'n kleine wereld.
:12:45
Heb jij die lege winkel gehuurd ?
- Ik ga 'n bloemenzaak beginnen.
:12:49
Wat moetje daarmee ?
- Platbranden.
:12:52
Licht je nog steeds de verzekering op ?
- Zo heb ik de kinderen laten studeren.
:12:58
Daar valt niks mee te verdienen
:13:00
Je moet met ons meedoen, Benny.
:13:04
Wie zijn ons ?
- Waarom doe je zo achterdochtig ?
:13:07
Vertrouw je me niet ? Weet je nog
hoe ze me in de bak noemden ?
:13:12
Het Brein ?
- Zo noemden ze me.
:13:16
Dat was sarcastisch.
- Nee, dat meenden ze.
:13:20
Het was sarcastisch.
- Helemaal niet.
:13:23
Dat meenden ze. Ik was Het Brein.
Dat was niet sarcastisch.
:13:29
Mijn god, dat was sarcastisch.
:13:34
Jongens, dit is Benny. Hij doet mee.
- Hij lijkt 'n smeris.
:13:39
Alles goed ?
- Aangenaam.
:13:41
Je werkt met 'n genie.
- Heb ik gezegd.
:13:44
Wij zijn slim, maar hij heeft 'n bril.
:13:49
Vurenhout is goed, hè ?
:13:51
Roodhout, daar zitten
spechten in. Dat is hard.
:13:55
Dat zijn goeie bomen, hè ?
Dit ziet er goed uit.