:19:04
Het staat zo veel cooler.
- Hoezo, staat cooler ?
:19:08
Stijlvoller. Kijk naar jezelf.
:19:10
Denk je ?
- Draai 'm om.
:19:13
Het is chic. Ja, dat is cool.
- Heb je 'n spiegel ?
:19:19
Nee, maar dat staat goed.
Ik laat 't zo zien.
:19:23
Ga nou door.
- Ik zit op de kaart te kijken.
:19:28
Eén, twee ? Wacht even, mensen.
:19:31
Dat is 1,70. Hartelijk dank.
:19:38
Wat doen jullie met je deel ?
- Hoe groot is dat ?
:19:42
Het moet wel twee miljoen zijn.
Dan tel ik de juwelen mee.
:19:48
Gedeeld door vier komt dat neer
op 'n half miljoen per man.
:19:52
En Frenchy ?
- Die is dekmantel.
:19:55
Zonder haar zijn we er geweest.
- Elk wijf kan koekjes verkopen.
:20:00
Ze krijgt 'n deel, maar
geen volledig deel.
:20:03
Mee eens.
- Wij een vierde en zij eenderde.
:20:08
Gek, dan krijgt zij meer.
- Hoezo ?
:20:12
Hoeveel is vier vierde plus een derde ?
- Ik kan geen breuken.
:20:16
Niet zo hebberig. Ken je die film met
Bogart, over goud zoeken in de bergen ?
:20:22
Ze vinden goud, dan belazert die vent
z'n vrienden. Dat gebeurt hier niet.
:20:28
Hij wordt vermoord door zo'n Hispanic.
- The Treasure of...
:20:37
Luister, de koekjes zijn op.
:20:41
Nog twee minuten, dan krijgt u weer
een koekje van mijn eigen deeg, ja ?
:20:47
Er is nog één koekje.
En wie eet 'm op ? Ik.
:20:52
Ik heb hulp nodig.
- Hulp ?
:20:55
Ik kan al die klanten niet aan.
- Wil je er nog iemand op zetten ?