:21:00
Kan niet anders. Het is 'n succes.
- Daar heb ik niet op gerekend.
:21:06
Je moet toch iets regelen.
- M'n nicht May kunnen we vertrouwen.
:21:12
May is stom. Moet zo'n sufkop erbij ?
- Ze houdt haar mond.
:21:18
Nee, dan ze moet 'n deel hebben
De pot wordt steeds kleiner.
:21:23
Ik kan niet bakken én verkopen. Het
is 'n gekkenhuis, we worden betrapt.
:21:29
Weet je wat we kunnen doen ?
:21:32
We kunnen May in dienst nemen,
en haar niks vertellen.
:21:36
Ze ontdekt 't nooit. Ze is...
:21:39
Er is genoeg poen om haar te betalen.
:21:43
Ja, we geven haar 'n salarisje.
Ze komt er nooit achter.
:21:48
Jij vindt Denny en Tommy traag.
:21:50
Maar je nicht is zo dom
als een paard of een hond.
:21:55
Misschien is 't toch geen goed idee.
- Nee, we kunnen het wel doen.
:22:01
Waar zitten we ?
- Hier.
:22:03
Pardon, waar is de suiker ?.
Frenchy wil wat suiker.
:22:08
May, val ons niet lastig.
We zijn hier bezig.
:22:11
Ik snap dat drillen niet.
:22:15
De zaken gaan goed, we breiden uit.
:22:18
We maken 'n restaurantje, dan kunnen
de mensen bij hun koekjes theedrinken.
:22:24
Gaan ze thee drinken in die tunnel ?
- Dat is nogal 'n constructieverhaal.
:22:30
Wat is constructie ?
- Toe nou, ik zeg dat we uitbreiden.
:22:36
Er is hiernaast 'n manicure.
- Die hebben we uitgekocht.
:22:40
Breid je uit naar die manicure ?
- Pak je spullen, May. Pak je suiker.
:22:46
Donder op met je suiker.
We roepen wel.
:22:50
Dat mens wordt een probleem.
- Is 't veilig met dat rare mens ?
:22:55
Ze is ongevaarlijk.
- We gaan niet de goede kant op.
:22:59
Toe nou. Geef die kaart eens.
- Wat klets je nou ?