Snatch
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:20:01
He is geen blik bonen.
Wat bedoel je, doe hem open?

1:20:04
Je weet wat ik bedoel.
1:20:09
Een beetje sterk, niet?
1:20:12
Ik weet het zo niet.
1:20:14
Nee, je mag dit niet doen.
1:20:18
Het is aan het piepen!
1:20:20
Heb je nog nooit een hond horen piepen?
Geef me die verdomde blaffer!

1:20:26
Ik schiet die hond!
1:20:36
Schiet die kuthond!
1:20:48
Jij glibberige, achterbakse kerel.
1:21:02
Godzijdank.
1:21:13
Ik haat honden!
Komaan, Tony.

1:21:19
Tony, komaan!
1:21:29
Tony?
1:21:42
-iets aan te geven?
-Ja. Blijf uit Engeland.

1:21:47
Die hond gaat teruggaan naar de camping.
dat doet hij altijd.

1:21:51
Hoe gaat die hond de camping weervinden?
1:21:53
Heb je al die camping geroken, Sol?
1:21:55
Ok. Maar we gaan moeten wachten
totdat het weer licht wordt.

1:21:58
En we moeten an deze lijken zien af te geraken.

vorige.
volgende.