The Kid
prev.
play.
mark.
next.

1:24:08
Wat mankeerjij?
-Het spijt me.

1:24:10
Moetje moeder
nog eerder dood?

1:24:15
We raken haar kwijt.
En dan zo'n stunt van jou.

1:24:19
Je vermoordt haar.
-Ik heb de schroef.

1:24:23
Niet huilen.
1:24:25
Hier is de schroef.
Ik heb 'm gevonden.

1:24:29
Niet huilen.
-kijk dan naar de schroef.

1:24:32
Niet huilen.
1:24:37
Je moet nu volwassen worden.
1:24:40
Begrijp je dat?
1:24:42
Ja, pa.
-Volwassen.

1:24:43
Volwassen.
1:25:08
Mam gaat dood.
1:25:12
Ik weet 't.
-Al gauw?

1:25:19
Vóórje volgende verjaardag.
1:25:21
komt 't door mij?
1:25:28
't komt niet doorjou.
1:25:33
Het is nietjouw schuld.
1:25:35
Pa zegt dat omdat hij bang is.
1:25:40
Hij moetje alleen grootbrengen
en hij weet niet hoe.

1:25:47
Jij huilde toch nooit?
1:25:52
Niet sinds m'n achtste verjaardag.
1:25:56
Het is weer zover.
1:25:58
Waarom?

prev.
next.