:39:05
Je bent gek. Je bent van de drank,
de muzikanten, van die rotzooi af.
:39:11
En nu wil je met een vage bekende
trouwen. Hier heb ik geen tijd voor.
:39:17
Het is Susan's leven. Het is
niet aan ons haar te veroordelen.
:39:22
Als zij zich belachelijk wil maken,
laat haar dan.
:39:26
-Is dat de ober?
-Nee, een homo.
:39:29
-Waarom zou ze niet trouwen?
-Ze kent de man amper.
:39:33
Je moet soms de sprong wagen.
Het leven is maar kort.
:39:38
Tot je de verkeerde trouwt,
dan lijkt het een eeuwigheid.
:39:42
-Wat wil je dan zelf, Susan?
-Ik weet precies wat ze denkt.
:39:47
Ze vindt het heerlijk om alleen
te zijn, maar overal ziet ze baby's.
:39:52
Baby's nemen de macht over.
:39:55
Ik werd zo kwaad op die rotmonsters,
ze hebben zo'n blik die zegt:
:40:00
waarom heb jij nog geen baby,
grote nietsnut?
:40:04
-Hou je niet van mijn baby?
-Als haar hoofd normaal is, wel.
:40:09
-Haar hoofdje is normaal.
-Ik wil meer over die man weten.
:40:13
Is hij rijk?
:40:16
Dat weet ze niet eens. Hoe kan ze een
kind willen met een onbekende man?
:40:22
-Jij bent kunstmatig geïnsemineerd.
-Maar ik kende de arts tenminste.
:40:29
-Ik heb nog maar weinig tijd.
-Moet je nu echt gaan?
:40:33
Nee, ik moet snel zijn.
:40:36
Leuk, ik verheug me erop.
:40:40
Wacht, ik heb een tweede gesprek.
:40:44
-Hoi, Harold, met mij.
-Hallo, mij.
:40:49
Ja. Het antwoord is ja.
:40:53
-Ik wil met je trouwen.
-Blijf even hangen.