You Can Count on Me
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:19:07
- Sorry van gisteren.
- Geeft niks.

:19:09
Ik stapte op de verkeerde bus.
En de halte gemist.

:19:13
- Geeft niks. Ik ben zo blij om je te zien.
- Ik ook.

:19:20
Kom je van je werk ?
:19:23
Nee, 't is zaterdag.
:19:26
Je bent zo netjes gekleed.
:19:30
Nee, ik dacht...
:19:33
Ik vond 't een speciale dag.
Dat is 't ook.

:19:37
Ja, ik heb me ook opgedoft.
:19:40
- Je ziet er prima uit.
- Ja, de haute cuisine in kleding.

:19:46
Laat maar.
:19:50
Hoe gaat 't met je ?
:19:52
Prima, Terry.
:19:55
- En hoe gaat 't met Rudy ?
- Prima, Terry.

:20:01
Hoe gaat 't met jou ?
:20:05
Waar zat je toch de laatste tijd ?
:20:10
- Ik kreeg een kaartje uit Alaska.
- Daar heb ik gezeten, ja.

:20:14
- Dat was in de lente.
- 't Is verwaterd.

:20:17
Ik was ongerust.
:20:19
Ik heb een tijdje in Florida gezeten.
:20:24
Beetje gewerkt in Orlando.
Ik heb overal gezeten.

:20:28
Ik had graag geweten
dat 't goed met je ging.

:20:34
Ik ben de tijd een beetje vergeten.
:20:39
Blijf je 'n tijdje ?
:20:45
Ik weet niet. Ik moet nog wat dingen
doen in Worcester.

:20:52
Ik kan hooguit een dag blijven.
:20:58
Ik heb een soort schema.

vorige.
volgende.