:46:02
Je hebt dus 'n vlieg op de band van fiets B.
:46:05
De vlieg vliegt met 20 mijl per uur
van fiets B naar fiets A.
:46:11
En zo heen en weer tot de fietsen botsen
en de vlieg wordt vermorzeld.
:46:17
Je moet je concentreren
en 't hele gebied doorgronden.
:46:22
Wiskunde is 'n kunstvorm,
wat de mensen om je heen ook zeggen.
:46:27
Vooral biologen. Luister niet naar ze.
:46:31
Misschien steel ik dit wel,
schrijf ik 'n boek en word ik beroemd.
:46:37
Misschien kan ik gaan lesgeven.
:46:41
Een lokaal met 50 studenten
kan afschrikwekkend zijn.
:46:46
Bovendien ben je een vreselijke leraar.
:46:50
Ze moeten me leren waarderen.
:46:53
Ik wil graag nog iets bijdragen.
:46:56
En die... je weet wel.
:47:00
Zijn ze weg?
:47:08
Nee, ze zijn niet weg.
En dat gebeurt misschien nooit.
:47:12
Maar ik negeer ze
en daardoor hebben ze het opgegeven.
:47:18
Denk je dat het zo gaat
met onze dromen en nachtmerries?
:47:23
Dat je ze in leven moet houden?
:47:26
Maar ze achtervolgen je.
:47:30
Iedereen wordt achtervolgd door z'n verleden.
:47:37
Tot kijk.
-Ik zal met de faculteit praten.
:47:43
Misschien in 't voorjaar.
:47:50
Hé, Nash.
:47:56
Bang?
:47:59
Doodsbang. Verstijfd.