Bandits
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:12:00
En een andere auto. Ik rij niet graag
in typische bajeskleren rond.

:12:07
Waarom stoppen we ?
- Daar ligt het geld.

:12:21
Welk geld ?
:12:25
Geld nodig, zeg je.
- Maar niet nu meteen.

:12:28
Even overleggen. Geld staat op de lijst,
maar niet helemaal bovenaan.

:12:34
Bingo.
- Hoe bedoel je ?

:12:38
Wou je een bank beroven
met een viltstift ?

:12:41
Ga je ze onderkladden ? We hebben
niet eens 'n plan. Dat moet je hebben.

:12:47
We lopen in gevangeniskleren.
:12:50
Ze zijn niet blind. Dit lukt nooit.
Begrijp je ?

:12:58
Niet bewegen. Revolver tussen duim
en middelvinger. Langzaam aangeven.

:13:06
We zijn zo weer weg. Geen
telefoontjes of alarm. Geldladen open.

:13:11
Stop een zak vol geld.
Geld, alstublieft.

:13:15
Is er nog meer geld ?
:13:17
Weg bij die telefoon.
Echt niet ?

:13:20
Zegt u de waarheid ?
:13:22
U ziet er eerlijk uit. Opschieten.
:13:25
Hij had niet eens een plan.
:13:28
Stop er maar in.
:13:31
Geeft u maar.
:13:37
Nooit genoeg tijd als je werkt.
:13:40
Bedankt voor de medewerking.
Geen telefoontjes of alarm.

:13:48
Hier, om iets aan te strepen.

vorige.
volgende.