Baran
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:04:05
Voorman Faraj, Ik had je gevraagd om te zien
wat er gebeurd !

1:04:08
De muren boven moeten neergehaald worden.
1:04:10
Ik moet gaan nu.
1:04:11
Memar, wacht !
1:04:13
Ga terug aan het werk !
1:04:18
Memar, wacht !
1:04:30
Ga terug aan het werk !
1:04:31
Ik heb je nodig.
Waar ga je naartoe ? Wacht !

1:04:42
Wat wil je verdomme ?
Ik heb geen geld. kijk ?

1:04:46
Memar, mijn zuster is ziek.
Ik wil mijn spaargeld sturen.

1:04:50
Jongen, versta je niet wat ik net heb gezegd.
1:04:54
Wie verstond het niet ?
Ik of jij ?

1:04:57
Ik heb een heel jaar gewerkt voor wat ?
1:04:59
Om mijn geld te krijgen
wanneer ik het nodig had.

1:05:01
Nu heb ik het dringend
nodig voor mijn zuster.

1:05:04
Ze is zichzelf aan het doden op haar werk.
Ze zal sterven.

1:05:08
Vervloek het geld waar ik moet voor smeken,
wanneer het eigenlijk mijn geld is.

1:05:12
Memar, alsjeblieft.
1:05:15
Ik beloof aan god,
als je me dat geld geeft

1:05:17
zal ik drie maanden werken zonder loon.
1:05:18
Alsjeblieft, als ik het geld niet zo
dringend nodig had

1:05:21
zou ik zo niet aandringen.
1:05:23
Memar, alsjeblieft, alsjeblieft,
ik ben radeloos.

1:05:26
Ik heb het geld nodig verdomme.
1:05:32
Wanneer heb je het geld nodig ?
1:05:34
Morgen,
een familielid van me gaat naar Ardebil.

1:05:38
Hij zal het geld brengen.
1:05:39
Het is veel geld. Vertrouw je hem ?
1:05:42
Morgenvroeg, breng ik het mee.
Nu, ga terug aan het werk.


vorige.
volgende.