Blow
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:39:02
Ze zitten daar aan de tafel.
1:39:06
Heren, dit is George.
1:39:10
Georgie.
- God, Dulli.

1:39:13
Jezus, dat is jaren geleden, kerel.
1:39:16
Je ziet er goed uit. Dit is mijn maat.
Ik ken hem al dertig jaar.

1:39:22
Neem mijn stoel.
1:39:25
Je bent getrouwd.
1:39:28
Liefje, weet je wat?
- Wat?

1:39:32
Ik ga deze week op reis.
- Waar ga je heen?

1:39:37
Nou, misschien wel naar Californië.
- Dat lieg je.

1:39:42
Ik wil eens gaan kijken hoe het er is.
1:39:45
Eerst moet ik wat dingen doen,
maar donderdag misschien...

1:39:49
Donderdag na school.
- Dat gaat niet. Dat wil mam nooit.

1:39:53
Laat haar aan mij over.
Zorg jij maar dat je koffer gepakt is.

1:39:57
Maar ik moet naar school.
1:39:59
Een vriend van me zegt
1:40:02
Zweer je het?
1:40:05
Donderdag, drie uur.
Bij je moeder. Jij en ik.

1:40:08
Het is afgesproken.
- Ik geloof je niet.

1:40:14
Ik zweer het op mijn leven. Erewoord.
- Zweer het op mijn leven.

1:40:24
Ik zweer het op jouw leven.
1:40:53
Brave knul.
1:40:55
Vooruit, Dulli.
1:40:59
Instappen maar.

vorige.
volgende.