:31:00
Wat is het probleem?
-Wat is het nut?
:31:03
Laat hem toch.
-Hij wordt verondersteld slim te zijn.
:31:09
Ik begrijp het niet.
:31:11
Waarom maakt hij
geen fotokopieën?
:31:24
Kom hier. Kom hier.
Jij niet. Jij, kom hier.
:31:31
Hoe laat is het?
:31:33
Hoe laat is het op de klok?
-Sorry, mijn bus was te laat...
:31:36
Wat? lk hoor je niet.
:31:42
De bus.
-Ik vraag je niets.
:31:44
Heb ik je 'n vraag gesteld?
:31:46
Wat is het probleem?
-Sorry, de bus was te laat...
:31:51
Waar is je bril?
:31:52
Mijn bril? lk...
-Je kan niet werken.
:31:55
Wat is het probleem?
-Ik ben hem vergeten.
:31:57
Het spijt me, mijnheer.
-Je kan niet werken. Wat doe je hier?
:32:02
Het spijt me, mijnheer.
:32:04
Mijn bus, hij was te laat...
-Onzin.
:32:09
Iedereen was op tijd.
Vertrek maar.
:32:14
En niet terugkomen zonder bril.
Zonder bril zie je niets.
:32:18
Wat is hier aan de hand?
-Het spijt me.
:32:22
Wat heb ik aan een blinde?
Of een manke...
:32:27
Dit is wel een bedrijf.
Geen kamp voor invaliden.
:32:33
Het spijt...
Doe me een lol en kom niet meer terug.
:32:37
Morgen...
-Nee, niet morgen. Nooit meer.
:32:41
Jij bent toch nooit op tijd klaar.
Laat maar.
:32:45
Jij bent ontslagen. Weg hier.
:32:49
Ga wat anders doen.
:32:52
Ik heb dit werk nodig.