Experiment, Das
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:50:50
Ja, maak hem vast.
:50:56
Altijd je gordel omdoen.
- Jij stom klootzakje.

:51:00
Jij vindt jezelf heel slim, hè.
- Geen camera's.

:51:04
We zijn helemaal alleen.
- We willen even praten.

:51:07
En anders zet je altijd
zo'n grote bek op.

:51:11
Zuurstofgebrek?
:51:12
Geen sporen nalaten.
:51:15
Kijk die ogen eens.
- Wat kijkt hij lief.

:51:18
Zal ik hem nu slaan of naaien?
:51:22
Genoeg!
:51:39
Zeg je lokken maar gedag.
- Zit stil, anders wordt het pijnlijk.

:51:48
Geef hier.
:51:49
Het moet er keurig uitzien.
- Zeker.

:51:52
Dat gaat vlot.
Zoef en alles is weg.


vorige.
volgende.