:05:21
- Het was zwaar en toen...
- O, God.
:05:24
- Je bent smerig vanmorgen.
- Ik stink vreselijk.
:05:27
Wat heb je gisteravond
uitgevreten ?
:05:29
Dat wil je niet weten.
:05:32
Laat me even kijken.
:05:41
Mary !
:05:43
Ik heb je gevonden.
:05:46
Hij komt.
Albert komt vandaag.
:05:48
Ik wil je vragen om
op de baby te letten.
:05:51
Ik wil hem vasthouden.
:05:54
Ik ben zo trots.
Ik hou zoveel van haar.
:05:56
Wat een prachtig meisje.
:05:58
- Is ze niet mooi ?
- Heel mooi.
:06:01
Schattig, hé ?
:06:03
Ik zie je straks wel.
:06:05
Heel even een fles gin.
:06:07
- Ze lijkt op mij.
- Je ziet er goed uit, Ann.
:06:09
Zeker lekker, met een
rijke vent getrouwd te zijn.
:06:13
Ze heeft jou ogen en haar vader's wenkbrauwen.
Vind je niet ?
:06:16
- Ja.
- Ja.
:06:18
Zij is een lieverd. Maar Ann,
we hebben dringend geld nodig.
:06:22
- De Nichols's bende...
- Willen ons bloed.
:06:24
- Weet je wat ze willen doen ?
- Begin daar niet over.
:06:27
Of wat ?
Wat bedoeld ze ?
:06:29
Zij willen een pond per week
van ons ieder.
:06:31
Wees blij dat je een rijke
vent getrouwd hebt.
:06:36
We hebben vier pond nodig,
dus ik heb geen tijd.
:06:40
Ik vraag Albert om
vier pond.
:06:43
- Hij zegt misschien nee.
- Hij geeft het wel.
:06:46
Dat weet ik zeker.
:06:48
Hij is voor zaken in
Frankrijk geweest.
:06:51
Hij schreef dat hij veel van
zijn schilderijen verkocht heeft.
:06:53
Met zijn zakken vol geld
zal hij best gul zijn.
:06:56
- Voor jou misschien, maar...
- Ik zeg dat het voor mezelf is.
:06:58
Ik zorg voor het geld.
Ik beloof het, Mary.