Hannibal
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:07:07
Drukke dag.
- Zeker.

:07:16
Mag ik een koffie ?
:07:35
Zie je dat ?
- Ja.

:07:46
Wat is er ?
:07:57
Verdomme, daar is ze.
:07:58
Met drie kerels. Gewapend.
:08:01
Ze heeft iets bij zich.
Een baby.

:08:04
Brigham, het is te druk.
:08:07
Te veel mensen. Afblazen maar.
:08:10
Wat vind jij ?
:08:11
Akkoord.
:08:13
Iedereen terugtrekken.
:08:15
Hier Whisky, begrepen.
- Begrepen.

:08:18
Hier Bolton, blijf volgen.
:08:20
Iedereen terugtrekken, Bolton.
Nu meteen.

:08:22
Te laat, we gaan door.
- Bolton, stoppen.

:08:25
Nu terugtrekken.
:08:26
Ze heeft een baby bij zich.
:08:29
Iedereen terugtrekken.
:08:31
Weg met dat wapen.
- Hij is gewapend.

:08:33
Leg hem neer.
- We gaan.

:08:35
FBI. Liggen.

vorige.
volgende.