:32:03
Hé, wat gaat hij doen ?
:32:06
Niet in de afvalbak kijken.
:32:09
Dat doen die gasten juist altijd.
:32:12
Lekker.
Nu moet je erom knokken.
:32:22
Daar komt nog iemand aan.
:32:25
Moeten die mensen niet naar huis ?
:32:44
Mason !
:32:47
Wat doe je nou ?
:32:57
Wat doe je ?
- Ik kan 'm niet laten liggen.
:33:03
Hij leeft.
:33:06
Hoor je me ?
:33:08
Ik kon niet meer stoppen.
- Ik heb de ambulance al gebeld.
:33:12
Rustig ademen.
- Is ie dood ?
:33:15
Kom nou.
- Ik wacht op de ziekenwagen.
:33:17
Ik kon er niets aan doen.
- Nee, hij werd neergeschoten.
:33:22
Schoften.
:33:27
Wacht nou.
- Wat is er gebeurd ?
:33:30
Een kogel in de schouder.
Mogelijk 'n schedelfractuur.
:33:55
Mijn God, ze schoten 'm zo neer.
kan je zoiets geloven ?
:33:59
Ja, het zijn criminelen.