:52:02
Ik moet mijn advocaat spreken.
:52:24
Je weet niet wat dit betekent. `t Is bijna
zover en we hebben niet één getuige.
:52:30
Je moet toch iemand kennen,
die heeft gestudeerd...
:52:34
die een of andere opleiding heeft
genoten, die zich kan uitdrukken...
:52:40
die de rechter ervan kan overtuigen
dat je je dochter terug moet krijgen.
:52:43
Ik heb veel koffie nodig. Groot.
:52:47
Dat is bij ons de kleinste koffie.
-Natuurlijk.
:52:50
En als je op die persoon komt,
die er vast moet zijn...
:52:55
dan bel je me op kantoor...
:52:57
waar ik nu heen ga, omdat er
nog 7 zaken op me wachten.
:53:06
Ik zit op de ringweg. Alleen maar files.
-Wil je `t meenemen?
:53:11
Dorothy?
:53:16
Je auto wordt weggesleept.
-Godskolere.
:53:22
Wacht.
:53:26
Annie, `t is maar voor één dag.
:53:29
Lucy heeft je nodig omdat je gestudeerd
hebt en de goede antwoorden kunt geven.
:53:44
We mogen haar niet kwijtraken.
:53:50
Ik zou `t alleen maar erger voor je
maken. Ik kan `t niet doen.
:53:55
Dacht je dat ik `t niet zou doen
als ik `t kon?