1:15:03
Dat wil ik niet. Waar is ie?
-Waar was ie gisteravond?
1:15:07
Overwerken.
-Zie je wel. Je hebt `t geraden.
1:15:10
Zei hij wie er voor je moest zorgen?
-Jij. Maar jij zei dat je ook moest werken.
1:15:15
Ik moest ook overwerken.
1:15:20
Hoe was je dag?
-Als je moet werken, ga dan werken.
1:15:27
Waar zit je? Ik zit hier
een uur te wachten.
1:15:37
Wat betekent dat nou weer?
1:15:40
Jij zat op lijn 2.
-`t Klinkt niet alsof je op de snelweg zit.
1:15:49
Gevaar, Will Robinson, gevaar.
1:15:58
Daar ben je. Kom je naar de film kijken?
Dit is `t beste gedeelte.
1:16:04
Het wordt al laat.
We moeten aan `t werk.
1:16:08
Willy? Tijd om naar bed te gaan.
1:16:16
Willy, `t is bedtijd.
1:16:21
Onze strategie is dat we streven
naar een vorm van gezinshulp.
1:16:25
Hoe denk je Lucy
met schoolwerk te helpen?
1:16:29
Effe kijken...effe kijken...
1:16:32
Ik heb je gezegd dat je dat niet steeds
moet zeggen. Dan zie je er stom uit.
1:16:37
Nog een keer.
1:16:41
Jij zegt dat je `n huisleraar zoekt,
en ik vraag, 'Hoe betaal je die'?
1:16:45
Kan het ietsje langzamer?
1:16:48
Waarom eet je zo snel?
-We hebben `t hier al zo vaak over gehad.
1:16:54
Je vond gratis bijlesservice bij YWCA.
-Maar dat deed ik niet. Dat deed jij.