Iris
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:46:01
komt dat dan vandaan ?
:46:03
Dat weten we niet.
- Niet we. U weet 't niet.

:46:07
Kruip alstublieft niet weg.
:46:10
Is het niet
:46:12
ergens mogelijk
:46:15
dat wat Iris zegt
:46:17
van enig belang is, ja ?
:46:20
Ja, misschien wel.
:46:22
Misschien
:46:23
moeten we haar taal dan leren
:46:26
voor het licht uitgaat.
:46:29
Het licht zal uitgaan.
:46:31
Ja, natuurlijk.
:46:33
Dat zegt u mij... Ons steeds weer.
:46:34
Ik weet het.
Misschien weet zelfs zij het.

:46:43
Je kunt 't beslist schrijven.
:46:45
Schrijf een woord neer.
:46:46
Je moet volhouden.
:46:48
Je notitieboekje.
:47:04
Nee, Iris. Nee, kom.
:47:09
Goed zo.
:47:14
We gaan wandelen...
:47:16
we gaan lezen...
:47:18
pootjebaden in de zee...
:47:21
en dan kan je schrijven.
:47:23
Precies zoals vroeger.
:47:31
Daar is Iris, mam.
:47:37
Kijk wie hier is, Iris.
:47:39
Hallo.
:47:51
Ja, Iris. De zee.
:47:54
Ik wou 'n eindje lopen
om haar rust te geven.

:47:56
Ze heeft 'n idee voor een boek.
:47:59
Dag, Iris.

vorige.
volgende.